Het betreft werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, te weten de ondernemingen welke een of verscheidene van de volgende werken voor rekening van derden uitvoeren:
- ploegen en alle voorbereidende grondbewerkingen
- zaaien of planten met meerrijige of centrifugale machines
- sproeien, vernevelen, verstuiven
- oogsten met machines, zoals pikbinders, aardappelrooiers, bietenrooiers, hopplukmachines, vlastrekkers (de werklieden die tewerkgesteld zijn aan het vlastrekken vallen onder dit paritair comité, met uitzondering van diegenen die, ingevolge een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur, tewerkgesteld worden door een werkgever die afhangt van het Paritair Comité voor de vlasbereiding)
- dorsen met maaidorsers of dorsmachines van granen, peulvruchten, en zaden, oprapen en persen van hooi en stro
- machinaal triëren van erwten, bonen, aardappelen of zaden, machinaal drogen van granen, peulvruchten of andere landbouw- of nijverheidsgewassen